Studiesucces is de juiste keuze maken – Studiebegeleiding en scriptiebegeleiding
Vorig jaar draaide het doorstroomprogramma mbo-hbo bij de opleidingen accountancy, finance & control en de Ad Accountancy voor de eerste keer. Dit jaar doen er meer opleidingen mee en is er een learning community gelanceerd waar docenten van mbo en hbo kennis delen.
Het is donderdagochtend en op de locatie Kralingse Zoom hebben zich groepen mbo-studenten verzameld. Ze zijn bijna klaar met hun doorstroomprogramma op de Hogeschool Rotterdam. Rosalie Mes, kerndocent bedrijfskunde op de HR Business School (HRBS), laat de aspirant-studenten op een laagdrempelige manier kennismaken met managementtheorieën: ‘Ik laat de studenten nadenken over hun droom. Ik koppel dat aan bedrijfskunde via de theorieën van de golden circle en business model canvas: waarom doe je wat je doet?’
Mbo’ers zijn niet altijd even succesvol in het hbo, dat is bekend.
Mbo’ers zijn niet altijd even succesvol in het hbo, dat is bekend. Er wordt dus gezocht naar wegen om het succes van deze groep te verbeteren, en dat moet onder meer gebeuren via het doorstroomprogramma. ‘We merken dat er urgentie is, zo’n programma is heel hard nodig’, zegt Omid Alozai, coördinator van het doorstroomprogramma binnen de HRBS. ‘Er is bijvoorbeeld ook landelijk aandacht voor de eerste honderd dagen op het hbo.’
‘Studenten moeten bewust onbekwaam worden’
Het doorstroomprogramma is een samenwerking tussen de Hogeschool Rotterdam, Inholland, Zadkine, Albeda en het STC-mbo. In het programma ontdekken mbo’ers drie dingen: welke opleidingen er zijn, welke opleiding bij hen past en hoe ze (meer) ‘hbo-vaardig’ kunnen worden.
‘Studiesucces is niet alleen een opleiding afronden, maar ook de juiste keuze maken’, zegt Lex Hoozemans, onderwijsmanager van de opleiding accountancy. ‘We denken vaak: we moeten ze hier binnenhalen’, vult Alozai aan. ‘Maar ook de conclusie “het hbo is niets voor mij” of “deze opleiding is niets voor mij” is waardevol. De aankomende studenten moeten bewust onbekwaam worden en leren dat ze nog een heel proces moeten doorlopen om een bewuste keuze te maken.’
Ook de conclusie “het hbo is niets voor mij” of “deze opleiding is niets voor mij” is waardevol.
‘Weet waarom je iets wel of niet kiest’ zegt ook Rosalie Mes, ‘of laat alsnog je interesse wekken voor een vak waar je misschien niet aan dacht. De keuze voor een studie wordt vaak onbewust gemaakt en ik hoop dat studenten na afloop van mijn les duidelijk kunnen onderbouwen waarom ze wel of niet verder gaan met de oriëntatie voor de opleiding bedrijfskunde. Ik zeg hen ook altijd om nog veel meer te doen dan dit: open dagen bezoeken, proefstuderen bij andere opleidingen.’
Letterlijk al over de drempel
Na evaluatie van de pilot van vorig jaar zijn verbeteringen doorgevoerd in het programma. Een daarvan is dat nu meer opleidingen betrokken zijn: accountancy, Ad crossmediale communicatie, Ad ondernemen, Ad management, global marketing & sales, bedrijfseconomie en bedrijfskunde. Zo kunnen mbo’ers meer opleidingen leren kennen en ontdekken ze eerder of iets bij hen past. De studenten van STC krijgen een programma aangeboden door de opleidingen logistics engineering, logistics management, bachelor accountancy en finance & control.
Hoozemans: ‘Er is een carrousel gemaakt waarin de studenten kennismaken met verschillende opleidingen van de HRBS en de RAc. Ook die vorm is anders dan vorig jaar.’ De mbo’ers zijn gedurende zes weken een dagdeel op het hbo, in het kader van het keuzedeel ‘doorstroom hbo’ op hun mbo-opleiding.
‘Door het programma zijn de mbo’ers letterlijk en figuurlijk al de drempel van het hbo overgegaan’, stelt Mes. ‘De studenten die meedoen aan het programma zijn heel geïnteresseerd en betrokken, ze hebben duidelijk voor ogen wat ze uit het programma willen halen.’ Mes zou op termijn een soortgelijk programma voor havisten willen aanbieden.
Praktische opdracht van Breeman Mini én studiebegeleiding
‘We focussen op reflectie en introspectie en op samenwerking.’
In het programma wordt de theorie zoveel mogelijk aan de praktijk gekoppeld. Autobedrijf Breeman Mini, dat al samenwerkte met de RAc, heeft een concrete opdracht aangeleverd die een link heeft met de verschillende opleidingen. Zo komen alle elementen aan bod, legt Mes uit. ‘Bij de Ad management kijken ze bijvoorbeeld naar de customer journey, bij accountancy naar de financiële kanten en bij bedrijfskunde naar het bedrijf als geheel. Door dat allemaal in die praktische context aan te bieden gaat het leven. Ik merk dat studenten ook goede vragen stellen als de mensen van Breeman in de les komen.’
Hbo-vaardigheden staan centraal. Alozai: ‘We focussen op reflectie en introspectie en op samenwerking: communiceren, verschillende rollen vervullen, plannen.’
‘Door het programma zijn de mbo’ers letterlijk en figuurlijk al de drempel van het hbo overgegaan.’
Heel concrete co-creatie van mbo en hbo
Het programma kan volgens Alozai en Hoozemans alleen succesvol zijn door nauwe samenwerking tussen mbo en hbo. Er is regelmatig overleg op directieniveau en op uitvoerend (coördinatoren-)niveau. ‘Het gaat om heel concrete co-creatie’ zegt Alozai. ‘De mbo-docenten hebben veel nuttige informatie over hun studenten, over hun vooropleiding, leerstijl, achtergrond en knelpunten. Hoozemans: ‘Het is van belang dat mbo-docenten zien hoe wij het doen en dat wij beter begrijpen wat de mbo’ers in hun vooropleiding hebben gehad.’
Vroeger was er meer het idee van ‘laat de mbo’ers zich maar invechten’, zegt Alozai. ‘Maar we weten nu veel meer, namelijk dat academische factoren – zoals metacognitieve vaardigheden -, sociale factoren en motivatie de pijlers zijn van studiesucces. Docenten zien nu dat het geen level playing field is, op al deze factoren kunnen studenten meer of minder bagage hebben.’
‘Vroeger was er meer het idee van “laat de mbo’ers zich maar invechten”
Learning community: mbo- en hbo-docenten leren van elkaar
Ook nieuw is de learning community voor mbo-hbo: een HRBS-breed project dat valt onder de Werkplaats Economie. De learning community bestaat nu uit tien docenten die om de zes weken bij elkaar komen en een thema behandelen. Bijvoorbeeld: hoe ga je om met negatieve feedback van studenten.
Een mbo-docent kan bijvoorbeeld ook de les van een hbo-docent observeren en andersom; vervolgens geven ze elkaar feedback. Het is een vorm van professionalisering, die uiteindelijk in het voordeel van de studenten werkt. ‘We kijken wat we voor elkaar kunnen betekenen’, zegt Alozai. ‘We willen ook de “docent-trots” stimuleren en inspireren voor het docentschap. Het gaat om teacher efficacy, dat je gelooft in de impact die je kunt maken op het leven van een student.’
‘Hbo-docenten kunnen op pedagogisch gebied denk ik leren van mbo-docenten’, vult Mes aan. ‘Andersom kunnen mbo-docenten inhoudelijk weer leren van hbo-docenten. Ik vind het echt winst dat de mbo-docenten dit jaar ook bij het programma aanwezig zijn. Zij kennen de studenten al en we kunnen de opdrachten ook samen begeleiden.’
‘Hbo-docenten kunnen op pedagogisch gebied denk ik leren van mbo-docenten.’
Studiebegeleiding, scriptiebegeleiding en uitdaging uit de praktijk werken!
Hoozemans en Alozai hopen dat het programma kan blijven bestaan. Een aantal jaar geleden is er een subsidiepot gemaakt voor mbo-hbo-doorstroom, maar die is nu uitgeput. ‘We hopen dat er nieuwe middelen komen uit de kwaliteitsgelden. We zijn blij met dit programma en we zijn er trots op; we willen dit graag voortzetten’, zegt Hoozemans.
Alozai stelt dat geld geen drijfveer is voor het programma, maar wil toch wijzen op mogelijke besparingen. Elke student die uitvalt, kost eenvoudigweg geld. : ‘Stel dat van de 700 studenten die aan het programma meedoen, er 350 kiezen voor de HRBS. Stel dat 100 studenten die normaal uitvallen, dankzij deze interventie – plus de andere studiesuccesbevorderende interventies -, nu niet uitvallen. We kijken puur naar studiesucces, maar het kan wel degelijk geld opleveren.’
Of het programma daadwerkelijk leidt tot betere resultaten, wordt momenteel onderzocht: de eerste lichting, die vorig jaar het traject doorliep, is nu deels aan het studeren op de HR. Het is echter nog te vroeg om te kunnen vaststellen of die groep mbo’ers bijvoorbeeld meer punten haalt of minder vaak uitvalt.
Het werkt om een juiste keuze te maken voor je doorstroom
Jeroen, derdejaars marketing & communicatie op Albeda: ‘Ik vind het programma vooral interessant omdat het extern is. Mijn studiekeuze – Ad ondernemen – is hetzelfde gebleven; ik ben al met ondernemen bezig en wil meer theoretische basis hebben. Maar het is erg leuk om hier te zijn, je ontdekt toch dat je beeld van een opleiding vaak niet klopt met de realiteit. Het is handig dat je bepaalde opleidingen volledig kunt uitsluiten van je keuze.’‘Ik ontdekte dat ik al vrij zelfstandig ben’
Ook voor Brechje, klasgenoot van Jeroen op Albeda, heeft het keuzedeel geen echte invloed meer gehad op haar keuze: ‘Ik was er al vrij zeker van dat ik de Ad crossmediale communicatie wilde doen. Toch heeft het programma me geholpen. Ik ontdekte dat ik al vrij zelfstandig ben, dus ik ben er zekerder door geworden: ik kan dit gewoon en ik ga het doen. Ook leuk dat ik al wat docenten heb leren kennen en op de locatie ben geweest. En ik weet nu zeker dat accountancy niets voor mij is.’‘Dat wij er als docenten nu bij zijn is goed’.
Mbo-docent Astrid geeft Nederlands en is stagecoördinator op het Albeda. ‘Hier zijn, heeft heel veel meerwaarde voor het geven van het keuzedeel’, zegt ze. ‘Bedrijfskunde was bijvoorbeeld nieuw voor mij, global marketing & sales vond ik ook heel interessant. Het programma is nu echt een proeverij waarbij de studenten drie Ad’s en drie bachelors leren kennen. Dat wij er als docenten bij zijn is goed. Een hbo-docent ging bijvoorbeeld in jip-en-janneketaal de balans uitleggen, maar toen heb ik even ingegrepen, deze mbo-studenten weten daar al meer van en dus mag het wat dieper gaan.’